Samen met het jaareinde, nadert eveneens het einde van de tijdelijke regeling afbraak en heropbouw.
Enerzijds wordt er wel nog een overgangsregeling voorzien, anderzijds wordt de definitieve regeling enigszins beperkter dan voordien.
Wat de tijdelijke regeling precies inhoudt vindt u hier terug. Het verlaagd tarief kon zowel voor werk in onroerende staat (i.e. aannemingswerken) bestaande uit afbraak en heropbouw, alsook voor verkopen van woningen die voorafgegaan werden door afbraak en heropbouwwerken door de verkoper.
Belangrijk is dat bepaalde bijkomende ‘sociale’ voorwaarden werden opgelegd:
- Het moest gaan om de enige eigen woning van de particuliere bouwheer/koper met een max. bewoonbare oppervlakte van 200 m² waarbij de bouwheer/koper onmiddellijk
zijn domicilie moest vestigen en dit gedurende minstens 5 jaar;
OF
- Het moest gaan om werken/aankoop van een woning bestemd voor lange termijn verhuur onder het sociaal huisvestingsbeleid en dit voor minstens 15 jaar.
In de nieuwe wetgeving is het verlaagd tarief in ieder geval uitgesloten voor verkopen van gebouwen voorafgegaan door afbraak en heropbouw, ook deze bestemd voor lange termijn verhuur onder het sociaal beleid.
Voor 2024 voorziet men evenwel nog een overgangsregeling: gebeurde de aanvraag van de omgevingsvergunning uiterlijk 30 juni 2023 en, mits voldaan aan de voorwaarden in hoofde van de koper, kan er nog steeds 6% btw worden toegepast en dit voor alle werkzaamheden gefactureerd of betaald tot eind 2024.
Vanaf 1 januari 2024 wordt de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6 % beperkt tot het werk in onroerende staat dat betrekking heeft op de afbraak van een gebouw en de wederopbouw (oprichting) van een woning op hetzelfde perceel, bestemd voor de eigen bewoning door de bouwheer of voor sociale verhuur. De onder de tijdelijke regeling gekende ‘sociale voorwaarden’ (die, naargelang het geval, 5 of 15 jaar moeten gerespecteerd worden) om het verlaagd btw-tarief te kunnen genieten (cfr. hierboven) blijven van toepassing onder de definitieve regeling.
Deze beperktere regeling zal vanaf 1 januari 2024 dus ook gelden voor aannemingswerken in de stadsgebieden terwijl zij tot 31/12/2023 konden genieten van een veel uitgebreidere regeling, o.a. zonder de bijkomende sociale voorwaarden.
Ook deze uitgebreidere toepassing komt dus binnenkort tot een einde.
Weliswaar voorziet de wetgever ook voor deze werkzaamheden een overgangsregeling in 2024. Hier geldt de voorwaarde dat de omgevingsvergunning voor de heropbouw van de woning is ingediend vóór 1 januari 2024 en dit voor alle werkzaamheden gefactureerd of betaald tot eind 2024.