Opletten met liquidatiereserves bij schenking met voorbehoud vruchtgebruik

Heb je als ondernemer liquidatiereserves opgebouwd in de vennootschap?

Vergeet dan niet om de juiste clausules op te nemen in de schenkingsakte en de statuten om na een schenking te blijven genieten van dit appeltje voor de dorst.

Spaar

Liquidatiereserves als ‘spaarpotje’
Ter compensatie van de verhoging van de roerende voorheffing op de liquidatiebonus naar 30% kunnen KMO-vennootschappen sinds 2015 liquidatiereserves opbouwen. Hierop is slechts 10 % verschuldigd op het moment van de aanleg van de reserve. Na vijf jaar kunnen deze liquidatiereserves uitgekeerd worden als dividend aan 5 % roerende voorheffing. Bij liquidatie is zelfs geen bijkomende belasting meer verschuldigd.

De optelsom van die twee tarieven is gevoelig lager dan het normale tarief van 30 %. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat veel ondernemers op die manier een spaarpotje hebben aangelegd in hun vennootschap.

Successieplanning
In het kader van vermogens- en successieplanning kan het interessant zijn om de aandelen van een vennootschap aan de volgende generatie te schenken. De schenkbelasting ligt immers lager dan de erfbelasting.

Bij een dergelijke schenking wenst een schenker meer dan eens de controle over de aandelen en de inkomsten toch enigszins te behouden. Dat kan bijvoorbeeld via een voorbehoud van vruchtgebruik.

Behoud van controle
Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bepaalt alvast dat het stemrecht toekomt aan de vruchtgebruiker, behoudens andersluidende bepalingen in de statuten of de schenkingsakte.

De vruchtgebruiker kan dus ook na de schenking eigenhandig beslissen om de liquidatiereserves al dan niet uit te keren. Hij moet daarbij wel rekening houden met de belangen van de begiftigde en handelen als een goede huisvader.

Behoud van inkomsten
Aan wie die liquidatiereserves nu precies toekomen is veel minder duidelijk… Men is het er over eens dat winsten van het boekjaar als ‘vruchten’ toekomen aan de vruchtgebruiker. Liquidatiereserves worden in principe minstens 5 jaar vastgezet bij de vennootschap en zijn volgens sommigen geen ‘vruchten’ meer, maar aangegroeid bij het vennootschapsvermogen.

Dat betekent dat de liquidatiereserves bij uitkering toekomen aan de blote eigenaar. De vruchten op de uitgekeerde reserves blijven weliswaar toekomen aan de vruchtgebruiker, maar met een schamele 0,11 % interest op bijvoorbeeld een spaarrekening is dat een magere troost.

Juiste clausules

Indien je als ondernemer gerekend hebt op deze liquidatiereserves als spaarpotje, kan je in de schenkingsakte en de statuten bepalen dat deze bij uitkering aan jou als schenker blijven toekomen.

Maar elk voordeel heb ook zijn nadeel… In dat laatste geval vallen de uitgekeerde liquidatiereserves opnieuw in de successie bij een overlijden.

Gerelateerde nieuwsartikels